Grastips van Arne Huybrechts

Tip 2: Verticuteren, kalken, bemesten en beluchten om mos te vermijden

Mos is een grote vijand voor je gras. Hoe meer mos, hoe dunner je gras en hoe meer het mos de kans krijgt om nog verder te groeien. Het mos gaat ook al het neerslagwater opzuigen waardoor er watertekort voor je gras kan ontstaan. Zo snel mogelijk het mos bestrijden is dus de boodschap. Dit kan je doen op de volgende vier manieren:

  • Verticuteren: Iedere keer wanneer je het gras maait blijft er steeds wat grasmaaisel achter op het gras. Dit stapelt zich iedere keer op en vormt een viltlaag. Deze viltlaag gaat naar loop van de tijd de bodem niet alleen verstikken maar het vormt ook een goede voedingsbodem voor het mos. De viltlaag kan je verwijderen door één keer per jaar te verticuteren.
  • Kalken: Mos groeit vooral op een zure grond. Om mos te vermijden zal je dus de bodem minder zuur moeten maken. Dit doe je het beste door je gras direct na de winter (februari) te bestrooien met kalk.
  • Bemesten: Door te bemesten ga je ervoor zorgen dat je gras sneller gaat groeien dan het mos. Hierdoor gaat het mos minder kansen krijgen. Bemesten doe je best 3 keer per jaar. Net voor de groeiperiodes. Eén keer na het verticuteren in maart of april en één keer in juni of juli. Gebruik hiervoor steeds een organische meststof.
  • Beluchten: Mossen groeien goed op dicht geslipte bodems. Deze herken je aan een slechte groei van je gras en aan het moeilijk wegvloeien van regenwater. Belucht dus op tijd je gras door met een riek gaatjes in de grond te prikken.