Tip 2: Verticuteren, kalken, bemesten en beluchten om mos te vermijden
Mos is een grote vijand voor je gras. Hoe meer mos, hoe dunner je gras en hoe meer het mos de
kans krijgt om nog verder te groeien. Het mos gaat ook al het neerslagwater opzuigen waardoor
er watertekort voor je gras kan ontstaan. Zo snel mogelijk het mos bestrijden is dus de
boodschap. Dit kan je doen op de volgende vier manieren:
-
Verticuteren: Iedere keer wanneer je het gras maait blijft er steeds wat grasmaaisel
achter op het gras. Dit stapelt zich iedere keer op en vormt een viltlaag. Deze viltlaag
gaat naar loop van de tijd de bodem niet alleen verstikken maar het vormt ook een
goede voedingsbodem voor het mos. De viltlaag kan je verwijderen door één keer per
jaar te verticuteren.
-
Kalken: Mos groeit vooral op een zure grond. Om mos te vermijden zal je dus de bodem
minder zuur moeten maken. Dit doe je het beste door je gras direct na de winter
(februari) te bestrooien met kalk.
-
Bemesten: Door te bemesten ga je ervoor zorgen dat je gras sneller gaat groeien dan het
mos. Hierdoor gaat het mos minder kansen krijgen. Bemesten doe je best 3 keer per
jaar. Net voor de groeiperiodes. Eén keer na het verticuteren in maart of april en één
keer in juni of juli. Gebruik hiervoor steeds een organische meststof.
-
Beluchten: Mossen groeien goed op dicht geslipte bodems. Deze herken je aan een
slechte groei van je gras en aan het moeilijk wegvloeien van regenwater. Belucht dus op
tijd je gras door met een riek gaatjes in de grond te prikken.